Uit het Brabants Dagblad van 22-10-2016
Drie platen, 293 namen. Namen van Bossche Joden, vermoord in de vernietigingskampen van de nazi’s. Donderdag krijgen ze een plaats in het hart van hun dan precies 72 jaar geleden bevrijde stad. Dat is geweldig, zeggen nabestaanden. Dat werd tijd ook, voegen zij er in een zucht aan toe. Zestien grote en kleine oorlogsmonumenten telde de stad al. Maar niet één daarvan is speciaal voor de grootste groep oorlogsslachtoffers. ,,Eindelijk krijgen ze nu een naam. Ik ben er heel blij mee”, zegt Marijke Wagenaar-van Oss (71). Zij herinnert zich nog goed welk groot onrecht ze voelde toen ze hoorde van een lijst met wél de namen van door kogels en granaten omgekomen burgers, maar zónder Joden. ‘Het zijn toch ook Bosschenaren, niet dan?’

Verraden Bij de onthulling donderdag zal Wagenaar luisteren hoe haar kleinzoon Doron samen met twee andere kinderen alle 293 namen noemt. Haar ogen zullen over de platen glijden, zoekend naar haar oom Louis, haar opa Herman en oma Helena de Levie . ‘Mijn ouders zijn in 1942 gevlucht naar Zwitserland. Zij waren gewaarschuwd door een Zwitser in Duitse dienst die in Auschwitz was geweest. Mijn grootouders dachten dat het hier niet zo’n vaart zou lopen, omdat Nederland neutraal was. Maar ze zijn verraden door de politie in Den Bosch.’ Den Bosch had voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak een levendige Joodse gemeenschap. Maar antisemitisme was er alom aanwezig. Ook in de kranten en in het stadhuis, waar burgemeester Frans Johan van Lanschot in 1938 sprak van het ‘gezeur’ over de Jodenvervolging die toen in Duitsland voluit en openlijk op gang was gekomen. Het blijft een opmerkelijke uitspraak. Maar de houding van de toenmalige autoriteiten zegt niets over het latere lange wachten op een gedenkteken. ‘Het verleden draaien we helaas niet terug’, merkte burgemeester Ton Rombouts deze week op. ‘Niet als het gaat om deze tragische periode en niet als het gaat om het lange uitblijven van een monument voor de Joodse slachtoffers.’

Speurwerk René Kok, docent aan het Sint-Janslyceum en zeer betrokken bij het speurwerk naar de Bossche oorlogsgeschiedenis, spreekt van een groeiproces. Dat begon met de plaatsing in 1995 van het Joods scholierenmonument in de Casinotuin. Mensen raakten geïnteresseerd in ook andere aspecten van de Joodse (oorlogs)geschiedenis. Diverse studies en publicaties volgden, van de brieven van het Joodse tienermeisje Fanny Philips in 1999 tot de in 2014 uitgegeven kroniek In vrede en vriendschap. Het namenmonument in de binnenstad sluit niet alleen goed aan bij de nu beschikbare literatuur. Het voegt daar ook een grote waarde aan toe, voorspelt Kok. ‘Nu wordt heel zichtbaar dat er zo veel Bosschenaren vermoord zijn. 293 namen, met de leeftijden erbij, daar gaat een enorme kracht van uit. Ik weet zeker dat voortaan veel wandelingen en excursies daarlangs zullen gaan.”

Wonderlijk Truus Wertheim-Cahen (72) zou dat graag nog een hele tijd meemaken alvorens definitief te oordelen over de aanloop naar het monument waarop ook de naam van haar oma Louise (Libetta Johanna Cahen-Hartog) staat. Want pas dan heeft de geschiedenis zaken definitief op hun plaats gezet. “Nu kun je er op twee manieren tegenaan kijken”, vindt de dochter van Max Cahen, de man wiens persoonlijke herinneringen aan de vooroorlogse Joodse gemeenschap in Den Bosch de basis vormen van In vrede en vriendschap. ‘Het is inderdaad wonderlijk dat een gemeente er 70 jaar voor nodig heeft om tot een gedenkteken te komen. Maar het is even wonderlijk – en daar houd ik me toch graag aan vast – dat er na 70 jaar nog mensen zijn die zich enorm inzetten om zo’n monument voor elkaar te krijgen.’

Namen op synagoge 293 Bossche Joden overleefden de Holocaust niet. Hun namen staan op drie plaquettes die een plaats krijgen op de achtermuur van de voormalige synagoge, pal tegenover de entree van Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch. Hier, in De Mortel, hangen ook drie vitrinekasten voor bijpassende kunst of historisch materiaal. De Tweede Wereld leidde tot het einde van de ooit omvangrijke Joodse Gemeente in Den Bosch. In 1902 telde deze nog 428 leden. Na de oorlog ver schrompelde dit tot een handvol. Wie nog iets met het joodse geloof wilde, verhuisde naar Amsterdam. Een fusie volgde; minder dan 10 Bosschenaren zijn nu lid van de Joodse Gemeente Den Bosch-Eindhoven, formeel de Nederlands-Israëlitische Hoofdsynagoge Brabant, in Eindhoven. De voormalige synagoge in Den Bosch is eind 2012 voor het laatst benut voor een specifiek Joodse samenkomst, een lezing. Het gebouw was toen al in gebruik als concertpodium De Toonzaal.

Maarten van den Hurk