In het huis van de familie Van der Heijden, Achter het Stadhuis 10, was tijdens de bezetting tot in het voorjaar van 1943 een joods rusthuis gevestigd, geleid door de vijf zusters Van der Heijden, dochters van Abraham van der Heijden en Hendrina Heijmans. Op 31 maart 1943 waren nagenoeg alle joodse Bosschenaren reeds opgepakt en schreef Sara van der Heijden aan de toenmalige burgemeester Sloet het volgende:

Aan den Burgemeester van ’s-Hertogenbosch
Z. Ed. Achtbare,
Bij deze neem ik beleefd de vrijheid mij nogmaals tot U te wenden. Zoo U Ed. weet, heeft het noodlot ons getroffen. Nu is mijn beleefd verzoek U te vragen mij te willen helpen en mij eene verklaring te willen geven, of wij hier moge blijven. Zoo U weet, heb ik een rusthuis met 7 patiënten, W.O. verscheidene met kwalen, bedlegerigen, ouden van dagen tot 81 jaar en wordt door mij sociaal werk verricht, en nu is mijn plan, wanneer ik Edel Achtbare Uwe mede werking moge hebben, mijn huis open te stellen voor de overige blijvende zieken en tot ziekenhuis in te richten. Ik smeek U Ed. Achtbare wees mij tot hulp, ik zal U er innig, innig dankbaar voor wezen. God lone U hiervoor. Wij maken een verschrikkelijke lijdensweg mede. Mijne geheele familie zijn naar Polen, waar wij sinds maanden niets meer vernomen hebben en kunt U begrijpen, dat wij gehecht zijn aan onze Nederlandse bodem. Zoo ik hoorde, is dat in andere plaatsen o.a. Zutphen ook door medewerking van Z Ed. Achtbare tot stand gebracht. Ik hoop U nog eenmaal te mogen vergelden, wat U voor mij gedaan hebt. Zoo ik hoop, is er Vrijdag groote vergadering van den joodschen raad, mag den voorzitter, zich met U in verbinding stellen. Wees ons genadig Edelachtbare en help ons.
Bij voorbaat mijn innige hartelijke dank.
Met de allermeeste hoogachting
Uw dw. Dienaresse, mej S.H. van der Heijden,
Directrice van het Rusthuis, Achter ‘t Stadhuis 10

Kort na het schrijven van deze brief werd Achter het Stadhuis 10 ontruimd en de zusters en hun gasten werden gedeporteerd. De vijf zusters Van der Heijden: Johanna Hendrina (Tiel, 30 december 1880 – Sobibor, 14 mei 1943), Catharina Hendriette (Den Bosch, 19 juli 1882 – Sobibor, 14 mei 1943), Sara Hendrina (Den Bosch, 25 januari 1884 – Sobibor, 14 mei 1943), Carolina Hendrina (Den Bosch, 17 september 1889 – Sobibor, 14 mei 1943) en Betsy (Den Bosch, 10 december 1890 – Sobibor, 16 april 1943).
De gasten van het joods rusthuis: Jacob Wolff (Boxmeer, 21 juni 1861 – Sobibor, 16 april 1943), Berta Schneider-Hahn (Ansbach, 5 april 1872 – Sobibor, 16 april 1943) en Roosje Haagens (Rotterdam, 1 september 1876 – Sobibor, 16 april 1943).
Afbeelding Marc Verbeek